De geschiedenis van Delage zit vol met ups en downs. Louis Delage werd in 1874 in het Zuid Franse stadje Cognac geboren. Ondanks het bescheiden inkomen van zijn vader kon Louis in 1893 aan de Ecole des Arts et Métiers in Angers afstuderen. En toen lonkte de automobiel. Hij ging naar Parijs en kon daar een functie krijgen bij het inmiddels vergeten Turgan-Foy en kort daarna bij Peugeot. Ook daar bleef hij niet lang en in Januari 1905 richtte hij, samen met ontwerper Augustin Legros, die hij van Peugeot had meegenomen Delage et Cie. op. Legros bleef tot 1935 als rechterhand van Louis bij het merk betrokken. Dat was een hele prestatie, want Louis schijnt geen gemakkelijk heerschap te zijn geweest voor zijn mannelijke werknemers. Met vrouwen kon hij beter overweg, ondanks het feit dat hij getrouwd was, werd hij vaak in het gezel-schap van andere dames gesignaleerd! De eerste auto verscheen in 1906 en zoals zovele auto’s uit die tijd was hij voorzien van de zo bekende 1 cilinder De Dion Bouton motor van 6 ½ PK. Vanaf het begin was Louis in races geinteresseerd en hij schreef in voor de Coupe des Voiturettes van 1906 (een race voor kleine raceauto’s). Hij behaalde een zeer fraaie tweede plaats achter de winnende Sizaire et Naudin en zijn naam was gemaakt. In 1908 screef hij met 3 auto’s in voor de Coupe des Voiturettes, die in het bijprogramma van de Grand Prix werd verreden. Met het oog van de hele wereld op zich gevestigd, wist de Delage, bestuurd door Albert Guyot, de race te winnen (Voor een foto van de winnende auto zie elders in de foto galerij). De Dion Bouton, de vaste motoren leverancier van Delage, was niet blij, want van de drie auto’s hadden er twee een De Dion Bouton motor en de derde had een motor ontworpen door Delage’s ontwerper Causan. In 1909 brak Delage definitief met De Dion Bouton en met de 1 cylinder en introduceerde de firma een 4 cilinder motor van eigen fabrikaat. In de jaren tot 1914 werden de verschillende modellen uitgerust met Delage’s eigen motoren of met motoren van Ballot, een zeer bekende motorbouwer uit die tijd, die later ook complete auto’s ging bouwen. Bovendien hadden de verschillende modellen ook verschillende motor capaciteiten, wat de overzichtelijkheid niet bevordert. De auto op de foto is een model AB serie II, dateert uit 1911 en heeft een 4 cilinder Delage motor van 2,2 liter. Verdere race successen voor 1914 waren nog de overwinningen in de Coupe de l’Auto van 1911 en zelfs de 1-2 overwinning tijdens de Coupe de l’Auto van 1913 op Le Mans (maar daar was minder concurrentie omdat het succesvolle Peugeot team verstek liet gaan) en in 1914 werd door René Thomas op een Delage de 500 mijlsrace van Indianapolis gewonnen.
|
The Delage history is one with many ups and downs. Louis Delage was born in 1874 in Cognac, in the south of France. Although his father had only a modest income, Louis could graduate from the Ecole des Arts et Métiers in Angers in 1893. Then there was that intriguing new challenge: the automobile. He went to Paris and found a job with the now forgotten Turgan-Foy company and later with Peugeot. He did not stay there long either, and in January 1905 he founded Delage et Cie. together with Augustin Legros, his designer who came with him from Peugeot. Legros stayed with Delage until 1935. That was not bad, since Louis appears to have been a difficult employer. The first car was built in 1906 and was equipped, like so many contemporary small manufacturers, with the well-known single cylinder De Dion Bouton engine of 6 ½ HP. Right from the start Louis was interested in racing and he decided to participate in the 1906 Coupe des Voiturettes. Delage performed very well with a second place behind the winning Sizaire et Naudin. His star began to rise. In 1908 he entered three cars in the Coupe des Voiturettes race, held together with the Grand Prix de l’ACF for the big cars. Knowing the whole world watched him closely, he managed to win the race. An axcellent performance! The De Dion Bouton company, however, was less pleased. Two of the three cars were equipped with their engines, but the third, which happened to be the winner, had an engine designed by the Delage designer Causan. In 1909 Delage ended the partnership with De Dion Bouton and the 1 cylinder engine. They introduced a 4 cylinder of their own design and built by themselves. In the years prior to the outbreak of World War I Delage built several different models, some equipped with Delage engines and some with Ballot engines, a famous engine supplier in those years, who were later to build complete cars for a few years. Those different models also had engines of different sizes.The car in the picture is a model AB series II, was built in 1911 and has a 4 cylinder Delage engine of 2.2 litre. Other race successes before 1914 were the victories in the 1911 Coupe de l’Auto and the first two places in the same event of 1913 at Le Mans (which was easier, because the successful Peugeot team was absent) and the important victory of René Thomas on Delage in the 1914 Indianapolis 500 miles race.
|