Edwardian Cars

panhard2 Prior Home Next
Veteran Cars:

Edwardian Cars:

Between Wars:

De belangrijkste autofabrikant uit het prilste begin van het automobilisme is zonder twijfel Panhard -Levassor. Hoewel de automobiel niet in Frankrijk geboren werd, werd hij er wel groot. In 1886 namen René Panhard en Emile Levassor en houtbewerkingsmachinefabriek over. Een goede vriend van Emile Levassor, Edouard Sarazin, verkreeg in dat jaar de patent rechten voor de Daimler motor voor Frankrijk. Sarazin overleed echter kort daarna en zijn weduwe verkreeg de rechten. Zou hertrouwde met Emile Levassor en zo kwam Panhard-Levassor in het bezit van de Daimler rechten. In 1889 werd de firma Panhard-Lavassor een feit. Na wat geëxpirimenteer kwa- men ze in 1891 tot de conclusie dat de beste configuratie voor de auto de volgende was: motor voorin, versnellingsbak daarachter en aandrijving op de achterwielen. Zij liepen daarmee ver voor- uit op de concurrentie, die nog massal met achterin gemonteerde motoren werkte. De overwin- ningen van het merk op het sportieve vlak zijn ontelbaar. De eerste autorit (een betrouwbaarheids- rit, maar iedereen wilde toch als eerste aankomen), werd een gedeelde overwinning voor P-L en Peugeot. De volgende grote krachtmeting werd de race Parijs-Bordeaux-Parijs van 1895. Emile Levassor kwam als eerste binnen, hij was veel sneller dan de concurrentie, maar hij werd geen winnaar omdat het reglement voorschreef dat de auto’s een 4 persoons carrosserie moesten hebben. De auto van Levassor had een 2 persoons carrosserie. Maar hij werd natuurlijk wel de morele winnaar en hij kreeg wel de publiciteit. Zijn auto had ook een nieuwigheidje in de vorm van een rond stuurwiel. Tot dat moment was een lange, gebogen hefboom gewoonte. 1896 werd een slecht jaar voor P-L. Tijdens de wedstrijd Parijs-Marseille-Parijs kreeg Emile Levassor een ongeluk en hij overleed later aan de gevolgen daarvan. De race werd echter wel gewonnen door een andere P-L. Ook na het ongeluk racete P-L door en het raakte in zwang om beroepscoureurs te contracteren. In 1898 won P-L de races Marseille-Nice, Parijs-Amsterdam-Parijs en Parijs-Bordeaux. In 1899 won Léonce Girardot (zie ook bij Charron in de foto galerij) de race Parijs-Oostende. Toen ging de concurrentie zich steeds meer laten gelden. Vooral Mors kon langzaam maar zeker inlopen. In 1900 won Charron (zie ook bij Charron in de foto galerij) de eerste Gordon Bennett race voor Frankrijk op een P-L. Ook in 1901 was de Gordon Bennett race een zege voor Frankrijk, omdat Girardot won op P-L. Het teken aan de wand was, dat de race Parijs-Bordeaux, die tegelijk en op hetzelfde traject verreden werd, werd gewonnen door Fournier op Mors. De winnaar van de Gordon Bennett race, Girardot, werd slechts negende overall...De grootste race van 1901, Parijs-Berlijn, werd ook gewonnen door Fournier op Mors. In 1902 sloeg P-L terug met de wereldberoemde 70 PK racewagen (zie elders in de fotogalerij), die de meest succesvolle P-L racemachine zou worden. Hij had een 4 cilinder motor van 13,7 liter inhoud. De belangrijkste race die P-L won in dat jaar was de zeer zware stedenrace Parijs-Wenen, gewonnen door Henri Farman, tweede werd graaf Zborowski op Mercedes en derde Maurice Farman op P-L. Bij deze race deed zich voor het eerst het vreemde feit voor de winnaar van de lichte wagens (Marcel Renault op Renault) een snellere tijd maakte dan de winnaar van de zware wagens. Verder won in 1902 de Brit Charles Jarrott de Circuit des Ardennes in België en ook de Circuit du Nord was een prooi voor P-L. De laatse aansprekende overwinning voor P-L was de Circuit du Nord race in 1903 die gewonnen werd door Baron Pierre de Crawhez. Daarna ging het minder; sterker nog, er werd niets belangrijks meer gewonnen. Ze bleven wel meedoen aan allrelei races, maar zonder veel succes. Zo deed P-L in 1908 met 3 wagens mee aan de Grand Prix de l’ACF op het circuit van Dieppe. De auto’s hadden 4 cilinder motoren met een inhoud van 12.831 cc. De Franse coureur Henri Cissac, die wagen nr. 48 reed (zie ook elders in de foto galerij) vond in deze race de dood toen hij in de achtste ronde (van de 10), op een mooie zesde plaats liggend, verongelukte. Ook zijn mécanicien vond de dood. George Heath voltooide de race op de negende plaats en Maurice Farman werd 23e en laatste. Het was duidelijk dat de gouden jaren voor P-L voorbij waren...De foto toont één van de drie P-L racers die in 1908 de Grand Prix reden. (collectie Mulhouse). By far the most important car manufacturer in the very early stages of automobilism is without any doubt Panhard-Levassor. Although the car was not born in France, it did mature there. In 1886 René Panhard and Emile Levassor took over a woodworking machinery firm. A good friend of Emile Levassor, Edouard Sarazin, obtained the patent rights for the Daimler engine for France that year. Sadly, Sarazin died soon thereafter and his widow inherited the rights. Like a real French romantic story she married Emile Levassor and the rights came in the possession of Panhard- Levassor. The company was founded in 1889. After some experiments they found out that the best way to build a motorcar was as follows: engine in front, gearbox behind the engine and trans- mission on the rear wheels. With this formula they were way ahead of the competition who were still struggling with rear mounted engines. With the engine in front, the weight is much better divided, which improves roadholding and stability.P-L’s victories in the sporting field are countless. The first car race (it was more like a reliability run, but everyone wanted to come in first) was a victory for both P-L and Peugeot. The next race was Paris-Bordeaux-Paris in 1895. After a journey without any problems, he came in first. But he was not announced the winner. The rules indicated competing cars should have 4 seater bodywork. Levassor’s car only had 2... Yet, he came in first and he got the publicity he wanted. His car was the first equipped with a round steering wheel. Until then, tiller steering was the fashion. 1896 was a bad year for P-L. During the Paris-Marseille-Paris race of that year Emile Levassor had an accident as a result of which he died later that year. But the race was won by another P-L. Despite the accident racing went on, but this accident might have been the reason that car manu- facturers started more and more to contract professional drivers. In 1898, P-L won the following races: Marseille-Nice, Paris-Amsterdam-Paris (Fernand Charron, see also the picture of a Charron car) and Paris-Bordeaux. In 1899 Léonce Girardot (also see Charron in the picture gallery) won the Paris-Oostende race. The the competition slowly started to wake. Mors was challenging the P-L team more and more. In 1900, Charron won the very first Gordon Bennett race for France on P-L. In 1901 the Gordon Bennett race was also won by France, Girardot came in first on a P-L. The G.B. race was held at the same time as the Paris-Bordeaux race of that year and along the same route. Although Girardot won the G.B. cup, he was only 9th overall (!) in the Paris-Bordeaux race. The winner of that race was Henri Fournier on a Mors. The most important race of 1901, Paris- Berlin, also was a victory for Fournier on a Mors. 1902 meant the introduction of one of the most important racing cars in history, the P-L 70 HP (for a picture see elsewhere in the gallery). It was equipped with a 4 cylinder engine of 13.7 litre capacity! The most important race of that year, the Paris-Vienna race, was won by Henri Farman on a 70 HP P-L,second was count Zborowski driving a Mercedes and third was Maurice Farman on another P-L 70. These were the results in the heavy car class. Alongside the heavy class for the very big racers, a new category was introduced for Light Cars, the heavy cars weighing over 1,000 kg and the light cars under 1,000 kg. In this race, the strange thing happened that the winner of the Light Car class, Marcel Renault on a Renault, made a better time than the winning heavy car, so Renault was 1st overall, Farman only 2nd! Also in 1902 the Englishman Charles Jarrott won the Circuit des Ardennes in Belgium and the Circuit du Nord was also won by P-L. The last major victory for P-L was the Circuit des Ardennes race in 1903 which was won by baron Pierre de Crawhez. After that, no more important victories came their way. They still did compete in many races, but not with any success. In 1908 P-L entered three cars for the Grand Prix of that year, held at the Dieppe circuit. The cars had 4 cylinder engines of 12,831 cc. The French driver Henri Cissac drove car no. 48, which he was not to finish. In the 8th lap (out of 10) he suffered a fatal accident which also killed his mechanic. The remaining P-L cars came in 9th (George Heath) and 23rd and last (Maurice Farman). It was more than obvious that the golden years for P-L were over...The car in the picture shows one of the three 1908 P-L Grand Prix cars (collection Mulhouse).


Ilsjaro logo
© 1998/1999 Ilsjaro Co.