Between Wars

bugatti2 Prior Home Next
Veteran Cars:

Edwardian Cars:

Between Wars:

Voor de Grand Prix van 1923, die dat jaar in Tours gehouden werd, schreef Bugatti vier uiterst merkwaardige auto’s in. Officieel heetten zij de Type 32, maar zij kregen al gauw de bijnaam "De Tank". De type 32 had een 8 cilinder motor van 1.991 cc, woog 750 kg, had 3 kleppen per cilinder en was goed voor 190 km/u. De auto had een wielbasis van 2,00 meter en een rechthoekig under- slung chassis (de chassisbalken liepen onder de assen door en de verenpakketten liepen boven de assen, waarbij de assen dus min of meer aan de verenpakketten hangen, waardoor het geheel lager komt te liggen). Hoewel de auto snel was op de rechte stukken, was de handelbaarheid zeer slecht en de resultaten vielen tegen. Van de vier ingeschreven auto’s haalde er slechts één de finish: op de derde plaats, ver achter de beide Sunbeam auto’s van Henry Seagrave (1) en Albert Divo (2). De volgende generatie Bugatti racers zou er conventioneler uitzien. De Tank van de foto staat in het Automuseum in Mulhouse. For the 1923 Grand Prix, which was held at Tours, Bugatti entered four very "different" cars. They were officially called the Type 32, but they were soon to be nicknamed "The Tank". The cars had 8 cilinder engines of 1,991 cc capacity, weighed 750 kg., had 3 valves per cilinder and was capable of 120 mph. The type 32 had a 2,00 m. wheelbase and a rectangular underslung chassis. Although the car was fast on the straights, roadholding was bad and the results were not upto expectations. Of the 4 cars entered, only 1 managed to finish the race: in third place after the two winning Sunbeams driven by Henry Seagrave and Albert Divo. The car in the picture belongs to the Mulhouse museum.


Ilsjaro logo
© 1998/1999 Ilsjaro Co.